Art Krimi: Louche Bert in de kraag gevat
Sinds ik mij, ergens eind jaren negentig, een tijdlang intensief heb bezighouden met vervalsingen in de kunst (met name met Karel Appel litho’s), word ik op gezette tijden benaderd met de vraag of ik eens ergens ‘naar wil kijken’. Soms herinner ik mij op dat moment dat Jan Nieuwenhuizen Segaar in zo’n geval onmiddellijk honderdvijftig euro in rekening bracht, maar ja, het is voor een goed doel, houd ik mezelf dan maar voor. Er valt niet altijd een eenduidig antwoord te geven, maar soms ook wel. Maar zelfs dan is het gratis. Te goed voor deze wereld, ik weet het.
Zo kreeg ik onlangs het verzoek om mijn licht te laten schijnen over een tekening van Lucebert. Gemengde techniek, getiteld ‘Colombines thuiskomst’, gedateerd ’15 dec ‘59’. Omdat dit werk gelukkig een titel had, besloot ik eerst Google te proberen. Ik typte de titel en de kunstenaar in en ja hoor, het was bijna meteen raak. In 1997 was bij Sotheby’s in Amsterdam een werk geveild dat ook ‘Colombines thuiskomst’ heette. Wel erg toevallig. Zou dat deze tekening zijn? De catalogi van de grotere veilinghuizen zijn terug te vinden op Artprice en daar zou hij dus op moeten staan. En dat stond hij ook, met een plaatje erbij. Maar het was niet het plaatje dat ik voor me had liggen.
Op het eerste gezicht leek het om een heel ander werk te gaan, maar als je wat beter keek, zag je dat dat niet zo was. Sterker nog, eigenlijk was het hetzelfde beeld. Er was hier en daar wat met onderdelen geschoven, maar voor vrijwel iedere vorm uit de Sotheby’s tekening was in de andere een overeenkomstig element te vinden. Met dat verschil dat alle nuance en subtiliteit was eruit verdwenen; wat overbleef was een grove, bijna karikaturale versie van het origineel. Wie het ook maar had gemaakt had de Sotheby’s tekening als voorbeeld gebruikt en het vervolgens ergens op de markt gebracht in de hoop dat het voor een echte Lucebert zou worden aangezien en dat hij er een paar centen aan kon verdienen. Gewone ordinaire kunstvervalsing dus, zij het niet geheel verstoken van humor: de tekening was gedateerd ’16 dec ‘59’.
Op het gebied van vervalsingen heeft Lucebert een kleine geschiedenis in het noorden. Een jaar of vijftien geleden doken er op kleine veilingen in Groningen, en later ook daarbuiten, opeens allerlei tekeningetjes op. Zou heel goed kunnen, zo leek het aanvankelijk. Lucebert was zijn hele leven een bijna dwangmatig tekenaar geweest. Tekenen maakte deel uit van zijn dagelijkse routine en in de loop van zijn leven hij moet ettelijke duizenden, zo niet tienduizenden, kleine tekeningetjes hebben gemaakt. En waarom zouden een paar daarvan niet op een veiling terecht kunnen komen? Het probleem was dat het daar niet bij bleef. Op
een volgende veiling hingen er weer een paar, en geleidelijk groeide de argwaan. Klopte dit wel?
Niet lang daarna kwam de waarheid aan het licht. Op een veiling in Groningen werden niet alleen twee tekeningen van Lucebert aangeboden, maar ook een curieus werkje van Alechinsky, uit 1947. Het was niet onmiddellijk als zodanig herkenbaar, maar het was dan ook ‘pre-COBRA’, zoals in grote letters op de achterkant was vermeld. Heel vroeg werk en daarom moeilijk te identificeren. Heel bijzonder dus. Hoe bijzonder bleek op de kijkdagen. Het werk was gevat in een eenvoudig wissellijstje, en omdat de dienstdoende toezichthouder toch een boek zat te lezen nam ik de vrijheid om het even discreet open te maken. Op de achterkant van de ‘Alechinsky’ stond een mislukt Lucebert tekeningetje.
De conclusie was duidelijk: hier was een vervalser aan het werk, die zijn producten stelselmatig op kleine veilingen probeerde te slijten. Bij de gerenommeerde veilinghuizen kwam hij niet, omdat het risico dat hij door de mand zou vallen daar te groot was. Maar in de provincie waren veel veilinghouders allang blij dat ze een beroemde naam in hun catalogus konden zetten, ook al beschikten ze niet over de expertise om uit te maken of het werk in kwestie echt was of niet. In de praktijk maakte dat ook niet zoveel uit, omdat ze zich in hun veilingvoorwaarden voldoende hadden ingedekt om zich te vrijwaren van reclames achteraf. What you buy is what you see, en de rest is uw eigen verantwoordelijkheid. En iedere keer was er wel weer iemand die hoopte dat hij ver onder de marktprijs een echt Lucebertje op de kop had getikt.
De moraal van het verhaal blijft steeds dezelfde: als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het meestal niet waar. Grote namen op kleine veilingen, dat deugt maar zelden. Want waarom zou iets dat veel meer geld waard is voor een habbekrats op een kleine veiling worden verkocht? Zeker sinds de komst van het internet kan iedereen in Nederland, en daarbuiten, meekijken wat er op veilingen te koop is en veel mensen doen dat ook. Die enkele keer dat iets kostbaars ver onder de prijs in de catalogus wordt vermeld, staan de bieders in de rij. De kans dat u de enige bent die weet dat iets veel te goedkoop staat genoteerd is te verwaarlozen. Wie
desondanks gaat bieden omdat hij hoopt een slag te slaan (zie ‘Het klappergevoel’ in een eerdere aflevering uit deze serie) komt meestal bedrogen uit.