Oh Paula!
'Je loopt in een kringloopwinkel, op een rommelmarkt, of op de kijkdag van een veiling. Opeens zie je uit een ooghoek iets dat op de een of andere manier je aandacht trekt. Je kijkt iets beter, en een licht gevoel van opwinding maakt zich van je meester. Is dat een …? Dat zal toch geen… ? Hoe komt dat hier terecht? En waarom zo goedkoop?
Dat is het moment dat je heel erg moet gaan oppassen: het Klappergevoel sluipt binnen. Want daar kon wel eens iets heel bijzonders, en misschien wel iets heel waardevols, hangen. En jij bent blijkbaar de enige die dat in de gaten heeft. Je gaat een Klapper maken!
Iedereen in de kunsthandel kent het klappergevoel, de euforie als je denkt dat je iets hebt ontdekt dat niemand anders heeft opgemerkt. Hoe alle rationele overwegingen even dreigen te worden overspoeld door de opwinding van het moment en hoe je vanaf dat moment alleen nog maar wilt dat het is wat je denkt dat is.'
Dit waren de eerste alinea's van een stukje dat ik voor KFN schreef in 2012. Het was een goedbedoelde waarschuwing, uit ervaring, dat als iets te mooi lijkt om waar te zijn, het meestal ook niet waar is. En zeker niet op veilingen en kijkdagen.
Hoewel …
Een paar weken geleden werd op veilingsite Catawiki een kavel aangeboden met zeven 'grafieken' van een 'onbekende Russische kunstenaar'. Echt veel belovend klonk dat niet, maar er was wel iets bekends aan het bijbehorende plaatje dat maakte dat ik toch doorklikte naar de andere foto's en de beschrijving. En toen weerklonk er een forse krachtterm in huize Prentwerk. Want dat waren helemaal geen prenten van een onbekende Russische kunstenaar. Dat waren zeven etsen van Paula Modersohn-Becker!
Onmiddellijk stak het klappergevoel de kop op. De inbrenger wist niet wat hij aanbood, de veilingmeester had ze niet herkend. En het onvolprezen Artprice leerde dat etsen van Paula, zelfs posthume drukken, op Duitse veilingen goed zijn voor zo'n tweeduizend euro per stuk. En dat maal zeven, mind you.
De dagen daarop werden gevuld met wat politiewoordvoerders op het journaal 'ouderwets speurwerk' plegen te noemen. Alle zeven prenten waren zonder veel moeite terug te vinden. Maar waren ze echt? Was er ooit een map met reproducties op dit formaat uitgegeven? Of een boek? Niets te vinden. Waren er, zoals bijvoorbeeld bij Käthe Kollwitz, ook posthume drukken? Dat bleek wel het geval. Sterker nog, op Artprice was geen enkele door Paula zelf gesigneerde ets te vinden. Alle ondertekende exemplaren waren geannoteerd door haar man, Otto Modersohn, die in 1919 bij drukker Otto Felsing in Berlijn nieuwe afdrukken liet maken, die hij in potlood voorzag van het opschrift 'f.[für] Paula Modersohn Becker - O. Modersohn'. Maar dat hij niet direct onder het beeld, maar lager linksonder op het blad. Het probleem was dat een overijverige lijstenmaker de bladen op vier punten op de achterkant van het passe-partout leek te hebben vastgelijmd. .Het was dus mogelijk dat er op de Catawiki-prenten wel degelijk een annotatie stond, maar dat je dat alleen kon vaststellen door het blad van het passe-partout los te maken. En daarvoor moest je ze wel in handen hebben. Het bleef een beetje een gok.
Het werd dus spannend. Het grootste deel van de week bleef het lot staan op 15 euro. Dat zag er goed uit.In het weekend, als de biedingen voorzichtig loskomen, liep het maar langzaam op. De eindtijd was zondagavond, even over achten. Om tien minuten voor acht stond het op 141 euro, met yours truly als hoogste bieder en een maximumbod van 900 euro. Een ruime marge, leek mij.
Maar af en toe moet men ook eten en aangezien ik had toegezegd dat ik even een maaltijd op zou halen, besloot ik de zaak op zijn beloop te laten en af te wachten hoe het zou uitpakken.
Om tien over acht was ik weer thuis en op het gevaar af dat we een koude maaltijd zouden moeten nuttigen pakte ik natuurlijk meteen mijn Ipad. Wat was het geworden? Had ik veertienduizend euro verdiend?
Helaas. Tussen acht uur en tien over acht hadden drie overgebleven bieders, die hetzelfde hadden gezien als ik, hevig tegen elkaar opgeboden. Het kavel sloot uiteindelijk op 4400 euro.
De moraal van het verhaal: je kunt nog zo slim zijn, je bent nooit de enige (zucht).