Wat kost een Altink, en andere precaire kwesties (1)

Het duurste schilderij van Jan Altink dat ooit op een veiling onder de hamer kwam werd, als we het onvolprezen Artprice mogen geloven, verkocht bij Christie’s in Amsterdam 2009, voor een bedrag van tweeënveertigduizend euro. En dat is dan nog wel zonder opgeld, zodat de koper ruwweg een halve ton moest neertellen om het schilderij mee naar huis te mogen nemen. Het ging om een wasverfschilderij uit 1925, getiteld ‘Zaaier, tegenlicht’. Ik weet op dit moment niet wie de koper was, maar er zijn gelukkig mensen die dat allemaal bijhouden. Wat ik wel weet, is dat het niet te zien is op de overzichtstentoonstelling in het Groninger Museum, en dat had ik graag gewild. Misschien dat de eigenaar het niet wilde uitlenen, dat zou kunnen, maar ik raak het gevoel niet kwijt dat het er eigenlijk had moeten hangen.
Vijftigduizend euro. Was het die prijs ook waard, vraag je je af. Het is misschien niet het allerbeste schilderij dat Altink heeft gemaakt, maar het hoort zonder twijfel bij zijn beste werk, dat kleine deel van oeuvre waarop zijn reputatie als kunstenaar is gebaseerd. Dat zijn de werken waarbij je niet alleen stilstaat met een gevoel van bewondering, maar ook van verwondering, en een zekere eerbied. Hoe is het mogelijk dat iemand dát op díe manier heeft weten te maken?
De meeste Altinks van zo’n kaliber hebben in de tussenliggende tijd hun weg gevonden naar museale of particuliere verzamelingen en je kunt alleen maar hopen dat de eigenaren bereid zijn ze voor belangrijke tentoonstellingen tijdelijk af te staan. Op de markt komen Altinks van deze categorie slechts heel af en toe. Maar hier is er een. En voor wie het beste wil, of het best mogelijke, en het ook nog kan betalen, is dit misschien niet the chance of a lifetime, maar dan toch wel een gelegenheid die zich uiterst zelden voordoet. En, zoals een verzamelaar mij ooit eens voorhield, soms moet je dapper zijn. Misschien is het wel uur, en misschien zelfs wel te duur, maar dit soort kansen komen maar zelden voorbij. Dus wie het ook gekocht heeft, het is, dunkt mij, goed besteed.