Wat kost een Altink, en andere precaire kwesties (3)

Niet lang geleden werd mij gevraagd of ik eens een blik wilde werpen op een schilderij waar de eigenaar graag iets meer over wilde weten. Het zag er niet echt veelbelovend uit. Het doek was aan beide kanten beschilderd, maar het vroegste schilderij was blijkbaar wat groter geweest dan het tweede, zodat de randen van het doek slordig om het spieraam krulden. De voorkant toonde een wintertafereel, een besneeuwde woonwijk bij avond, met huizen waar hier en daar nog licht brandde, wat kale bomen, een paar straatlantaarns. Niet slecht geschilderd, maar wel het soort schilderij waarbij je je afvraagt wat iemand bezielt om zoveel tijd en moeite te steken in zo’n verschrikkelijk saai onderwerp. Het droeg geen signatuur, maar eigenlijk maakte dat wat mij betreft ook niet heel veel uit, want erg nieuwsgierig naar de maker werd ik er niet van.
Ook de achterkant was anoniem: een boslandschap met wat grillige bomen, in een geheel andere stijl dan de voorkant, alsof het door twee verschillende kunstenaars was gemaakt. Toch zat er in de hand en de kleurstelling wel iets intrigerends, en ook vagelijk iets bekends. Er was iets dat me om de een of andere reden aan Altink deed denken. Niet aan Altink in zijn beste tijd, maar zou het geen laat werk kunnen zijn? Een poosje bladeren leverde weinig op; het werk was nergens terug te vinden. Er restte nog maar één mogelijkheid. Ik stuurde, zonder commentaar, de beide plaatjes naar een prominent Ploegexpert hier ter stede, met de vraag of hij misschien iets zinnigs kon zeggen over het bijgevoegde schilderij. Het antwoord kwam binnen tien minuten. Jazeker, beide kanten van het schilderij waren van de hand van Jan Altink. De voorkant was ‘Uitzicht uit mijn raam’, geschilderd vanuit zijn huis aan de De Ranitzstraat in Helpman, en de achterkant zeer waarschijnlijk de Schapendrift in Zeegse, waar hij een logeeradres had en vaak kwam om te schilderen. Van de voorkant had hij zelfs een foto in zijn archief.
Dank, veel dank! Het is iets dat een band schept met kruiswoordpuzzelaars en wiskundigen: het gevoel van voldoening en tevredenheid als een probleem waar je niet uit dreigde te komen opeens wordt opgelost. Het waren inderdaad Altinks. Ik had een mooi verhaal voor de eigenaar. Maar, wist ik, dan zou onvermijdelijk de volgende vraag komen: wat is zo’n Altink nu waard? Tja… Is het eigenlijk wel iets waard? Late werken, geschilderd in de jaren vijftig of zestig, niet gesigneerd, heel matig van kwaliteit, en ook nog eens in niet al te beste staat. Een schilderij waar je, als je het op een rommelmarkt was tegengekomen, waarschijnlijk langsheen was gelopen. Wat overblijft is dan eigenlijk alleen het idee dat het is gemaakt zijn door diezelfde man die ooit, lang geleden, de topstukken in de eerste zalen van het Ploegpaviljoen op het doek zette. Maar kun je zo’n idee in geld uitdrukken? Wie het weet mag het zeggen.
Een week later hoorde ik dat de eigenaar het schilderij te koop aanbiedt. Voor duizend euro. Maar of hij er ook in is geslaagd voor dat bedrag een koper te vinden? Ik kan het u, helaas, niet vertellen.